Pensioen 1-2-3

Beste (gewezen) deelnemer,

Welkom bij Stichting Pensioenfonds Wolters Kluwer Nederland (hierna: Pensioenfonds WKNL). U bouwt verplicht pensioen bij het Pensioenfonds WKNL op als u in dienst bent bij Wolters Kluwer in Nederland.

Elke pensioenuitvoerder heeft zijn eigen regeling. In dit Pensioen 1-2-3 (versie 2022) leest u wat u wel en niet krijgt in de pensioenregeling. Dat is belangrijk om te weten, bijvoorbeeld als u van baan verandert. Pensioen 1-2-3 bevat geen persoonlijke informatie over uw pensioen. Die vindt u wel op www.mijnpensioenoverzicht.nl.

Wat vindt u in laag 1, 2 en 3?
Pensioen 1-2-3 bestaat uit 3 lagen. In deze eerste laag leest u in het kort de belangrijkste informatie over uw pensioenregeling. In laag 2 vindt u meer informatie over alle onderwerpen in laag 1. Tot slot vindt u in laag 3 juridische en beleidsmatige informatie van het Pensioenfonds WKNL. Bekijk ook laag 1 en laag 3.

Laag 1

Laag 2

Laag 3

Wat krijgt u in onze pensioenregeling?

Ouderdomspensioen

Via uw werkgever neemt u deel in de pensioenregeling van Pensioenfonds WKNL en bouwt u ouderdomspensioen op. Dat ouderdomspensioen ontvangt u als u 68 jaar wordt. Uw ouderdomspensioen is een aanvulling op de AOW. De AOW is het pensioen dat u van de overheid ontvangt als u de AOW-leeftijd bereikt. Kijk op de site van de SVB wanneer u de AOW-leeftijd bereikt.

Hoeveel pensioen u straks ontvangt van Pensioenfonds WKNL is vooral afhankelijk van de hoogte van het salaris dat u heeft verdiend, de inhoud van de pensioenregeling waaraan u deelneemt en het aantal jaren dat u deelneemt. Het ouderdomspensioen wordt vanaf uw 68e jaar maandelijks uitbetaald, zolang u leeft. De hoogte van het ouderdomspensioen staat op uw Uniform Pensioenoverzicht (UPO) en op www.mijnpensioenoverzicht.nl.

De pensioenregeling waaraan u deelneemt is een uitkeringsovereenkomst. Elk jaar bouwt u pensioen op over een deel van het bruto salaris dat u in dat jaar heeft verdiend. U bouwt niet over uw hele salaris pensioen op. Uw pensioenuitvoerder houdt namelijk rekening met de AOW, die u van de overheid ontvangt als u de AOW-leeftijd bereikt. Het deel van uw salaris waarover u geen pensioen opbouwt, heet ‘franchise’. Over uw pensioengevend salaris minus de franchise bouwt u jaarlijks 1,58% aan ouderdomspensioen op.

Stel: u verdient € 24.802,- per jaar. De franchise is € 14.802,-. U bouwt in dat jaar 1,58% ouderdomspensioen op over de pensioengrondslag van € 10.000,-,. Dat is € 158,- in dat jaar. Het ouderdomspensioen dat u bij de pensionering ontvangt is een optelsom van alle jaren plus de eventuele indexatie.

Partner- en wezenpensioen


Zolang u bij een van de Wolters Kluwer ondernemingen in Nederland werkt en daardoor deelneemt bij het Pensioenfonds WKNL, is er voor uw partner een partnerpensioen verzekerd en voor uw kinderen wezenpensioen. Het partnerpensioen wordt uitbetaald als u overlijdt en zolang uw partner leeft. Het wezenpensioen wordt uitbetaald als u overlijdt en dan tot de leeftijd van 18 jaar van uw kind, of tot maximaal 27 jaar als uw kind nog studeert. U kunt daarover meer lezen in het pensioenreglement en in de pensioenbrochure. De hoogte van het pensioen voor uw partner en uw kinderen bij uw overlijden staat op uw Uniform Pensioenoverzicht (UPO) en op www.mijnpensioenoverzicht.nl.

Let op: er is geen partnerpensioen voor uw partner als u overlijdt op een moment dat u niet meer in dienst bent bij een van de Wolters Kluwer ondernemingen in Nederland.

U kunt wél op uw pensioendatum of wanneer u eerder uw WKNL werkgever verlaat, een deel van uw ouderdomspensioen laten omzetten naar een partnerpensioen. Dat betekent dat uw ouderdomspensioen dan lager wordt. Uw partner krijgt dan een pensioen uitbetaald van het Pensioenfonds WKNL als u overlijdt nadat u met pensioen bent gegaan of uit dienst bent gegaan bij uw werkgever.

Als u overlijdt, heeft uw partner misschien recht op een wettelijke nabestaandenuitkering van de overheid: de ANW-regeling. Hieraan zijn voorwaarden verbonden. Uw partner moet in Nederland hebben gewoond of gewerkt én nog niet de AOW-leeftijd hebben én aan een van de volgende voorwaarden voldoen: zorgen voor een kind jonger dan 18 jaar of meer dan 45% arbeidsongeschikt zijn. Sommige andere inkomsten van uw partner worden verrekend met een ANW-uitkering. Meer informatie hierover kunt u vinden op de website van de Sociale Verzekeringsbank (SVB).

Let op: Komt uw partner niet in aanmerking voor een ANW-uitkering van de overheid of wilt u iets extra's voor uw partner verzekeren? Klik hier voor de ANW-hiaatverzekering via Wolters Kluwer Nederland. Voor meer informatie zie   “Extra inkomen voor uw partner na uw overlijden?”. 

Premievrije voortzetting van uw pensioenopbouw bij arbeidsongeschiktheid

Als u voor meer dan 15%  arbeidsongeschikt bent, heeft u recht op (gedeeltelijke) voortzetting van uw pensioenopbouw voor dat deel zonder dat u daar zelf nog premie voor betaalt. Deze premievrije pensioenopbouw is onder andere afhankelijk van de mate van uw arbeidsongeschiktheid. Meer informatie hierover vindt u in artikel 19 van het pensioenreglement en in de pensioenbrochure.

Pensioenreglement

Wilt u precies weten wat onze pensioenregeling u biedt? Klik door naar het pensioenreglement.

Wat krijgt u  in onze pensioenregeling niet?

Als u overlijdt terwijl u niet meer in dienst bent is er niet zonder meer een partnerpensioen verzekerd

n de pensioenregeling van Pensioenfonds WKNL is alleen partnerpensioen verzekerd zolang u bij de WKNL werkgever werkt en deelnemer bent bij Pensioenfonds WKNL. Dit betekent dat er geen partnerpensioen voor uw partner is vanaf het moment dat u uit dienst bent.

Als u een partner heeft en u gaat uit dienst, dan is het daarom belangrijk dat u en uw partner nagaan of het nodig is om zelf iets te regelen voor die situatie. U kunt bijvoorbeeld een verzekering afsluiten. Ook is het mogelijk om een deel van uw opgebouwde ouderdomspensioen om te zetten naar een tijdelijke verzekering van partnerpensioen. Dat betekent dan wel dat uw ouderdomspensioen lager wordt. De keuze om ouderdomspensioen om te zetten in partnerpensioen kunt u maken als u uit dienst gaat.

Bij pensionering heeft u opnieuw de mogelijkheid te kiezen voor het al dan niet verzekeren van een partnerpensioen. Voor meer informatie zie “Welke keuzes heeft u zelf?”.

Er is geen arbeidsongeschiktheidspensioen

Uw pensioenregeling voorziet niet in een arbeidsongeschiktheidspensioen. Als u arbeidsongeschikt wordt, is er in aanvulling op de wettelijke arbeidsongeschiktheidsuitkeringen (IVA/WIA) daarom geen recht op een arbeidsongeschiktheidspensioen.

Hoe bouwt u pensioen op?

Ouderdomspensioen

A. AOW: dit pensioen krijgt u van de overheid
De AOW is het wettelijke pensioen van de overheid. U bouwt in 50 jaar AOW op. U bouwt alleen AOW op als u in Nederland woont en/of werkt. Op welke leeftijd u AOW krijgt, hangt af van uw geboortedatum. De AOW-leeftijd stijgt namelijk de komende jaren. Ook de hoogte is niet voor iedereen gelijk. De AOW-bedragen worden ieder jaar aangepast. Informatie over de AOW en uw AOW-leeftijd vindt u op Sociale Verzekeringsbank (SVB) of klik hier.

Let op: heeft u niet altijd in Nederland gewoond of gewerkt? Dan kan uw AOW lager uitvallen (zie voor meer informatie de website van de Sociale Verzekeringsbank (SVB).

B. Het pensioen dat u via uw werk opbouwt
Hoeveel pensioen u opbouwt via de regeling van uw werkgever, ziet u op uw Uniform Pensioenoverzicht (UPO). Dit krijgt u ieder jaar van ons zolang u pensioen opbouwt bij Pensioenfonds WKNL. Op het UPO staan het ouderdomspensioen dat u heeft opgebouwd én het pensioen op 68 jaar als u tot dat moment bij Pensioenfonds WKNL blijft opbouwen. Op het UPO vindt u ook gegevens van het partner- en wezenpensioen. Dat is pensioen voor uw partner en kinderen als u overlijdt. Wilt u een overzicht van de pensioenen die u bij andere werkgevers heeft opgebouwd? Kijk dan op www.mijnpensioenoverzicht.nl.

C. De pensioenaanvulling waar u zelf voor zorgt
U kunt zelf een aanvulling regelen op uw AOW en het pensioen dat u opbouwt via een werkgever. Er zijn verschillende manieren om uw pensioen aan te vullen. Bijvoorbeeld via banksparen of door een verzekering - zoals een lijfrente - af te sluiten. Of u dat nodig vindt, hangt af van uw financiële pensoonlijke situatie. Een financieel adviseur kan u helpen bij het maken van keuzes. Op de website van het Nibud www.nibud.nl staat de Pensioenschijf-van-vijf. Met deze tool kunt u zien hoe u ervoor staat en of het slim is om actie te ondernemen voor uw pensioen.

U bouwt pensioen op in een middelloonregeling

Ieder jaar bouwt u pensioen op over een deel van het bruto salaris dat u in dat jaar heeft verdiend. Uw uiteindelijke pensioen is een afspiegeling van wat u gemiddeld heeft verdiend in de jaren die u aan de pensioenregeling deelneemt. U bouwt niet over uw hele salaris pensioen op. Uw pensioenuitvoerder houdt namelijk rekening met de AOW die u van de overheid ontvangt als u met pensioen gaat. Het deel van uw salaris waarover u geen pensioen opbouwt, heet ‘franchise’. De franchise voor 2022 bedraagt € 14.802.

De pensioenregeling verstaat onder pensioengevend salaris: twaalfmaal het vaste voltijd bruto salaris vermeerderd met 8% vakantietoeslag. Over uw pensioengevend salaris tot maximaal € 114.866 minus de franchise bouwt u 1,58% aan pensioen op. Het totale pensioen dat u zo opbouwt, is de optelsom van al die jaren plus de eventuele indexatie. Vanaf uw pensioendatum ontvangt u dit pensioenbedrag elk jaar (verdeeld over 12 gelijke maandelijkse termijnen) zo lang u leeft.
Dit heet een middelloonregeling.

Opbouwpercentage

Ieder jaar bouwt u pensioen op over een deel van het salaris dat u in dat jaar heeft verdiend. Het deel van uw salaris waarover u geen pensioen opbouwt, heet ‘franchise’. Het pensioengevend salaris minus de franchise is de pensioengrondslag. Over de pensioengrondslag bouwt u jaarlijks 1,58% aan ouderdomspensioen op.

Stel: u verdient € 24.802,- per jaar. De franchise is € 14.802,-. U bouwt in dat jaar 1,58% ouderdomspensioen op over de pensioengrondslag van € 10.000,-. Dat is € 158,- in dat jaar. Het ouderdomspensioen dat u bij de pensionering ontvangt is een optelsom van alle jaren plus de eventuele indexatie.

U en uw werkgever betalen beiden voor uw pensioen

U en uw werkgever betalen iedere maand pensioenpremie. U betaalt 1/3 deel en uw werkgever betaalt 2/3 deel. In feite is de premie de prijs van uw pensioen. In 2022 is de premie die u betaalt 8% van uw pensioengrondslag. Uw werkgever betaalt 16%. Uw deel van de pensioenpremie houdt uw werkgever maandelijks in op uw bruto loon. Het exacte bedrag staat op uw loonstrook. Ook de premie die de werkgever betaalt staat op uw loonstrook.

Welke keuzes heeft u zelf?

Waardeoverdracht

Verandert u van baan en gaat u daardoor naar een andere pensioenregeling? De hoogte van uw opgebouwd pensioen per jaar bepaalt wat er met uw pensioen gebeurt.

Is uw opgebouwd pensioen hoger dan € 520,35 bruto per jaar dan beslist u zelf of u uw opgebouwde pensioen meeneemt. Dit kan bijvoorbeeld gunstig zijn als uw nieuwe werkgever een betere pensioenregeling heeft. Of misschien wilt u alle pensioenen bij één uitvoerder hebben. Laat uw nieuwe pensioenuitvoerder dan weten dat u uw pensioen wilt meenemen. Het meenemen van uw pensioen regelt u bij uw nieuwe pensioenuitvoerder. Wilt u uw pensioen niet meenemen? Dan blijft uw pensioen bij Pensioenfonds WKNL staan. Wilt u hulp bij het maken van uw keuze? Uw financieel adviseur helpt u graag.

Is uw opgebouwd pensioen minder dan € 520,35 bruto per jaar en hoger dan € 2,-- bruto per jaar dan zorgt Pensioenfonds WKNL er automatisch voor dat uw pensioen meegaat naar uw nieuwe pensioenuitvoerder als u na 1 januari 2018 uit dienst bent gegaan. Pensioenfonds WKNL checkt daarom bij www.mijnpensioenoverzicht.nl of u pensioen opbouwt bij een nieuwe pensioenuitvoerder. Heeft u geen nieuwe pensioenuitvoerder, dan blijft uw pensioen bij Pensioenfonds WKNL.

Stopte uw pensioenopbouw na 1 januari 2018 en is uw opgebouwd pensioen lager dan € 2,-- bruto per jaar, dan krijgt u dat pensioen niet. Dat is wettelijk zo bepaald.

Een aanvraagformulier voor waardeoverdracht van uw oude pensioenuitvoerder naar het Pensioenfonds WKNL kunt u hier downloaden.

Ouderdomspensioen ruilen voor partnerpensioen

Als u met pensioen gaat of u gaat eerder uit dienst bij uw WKNL werkgever, is er vanaf dat moment geen partnerpensioen meer verzekerd. Uw partner krijgt niet zonder meer een uitkering indien u na uw uitdiensttreding of pensionering komt te overlijden.

Als u een partner heeft en u gaat uit dienst, dan is het dus belangrijk dat u en uw partner nagaan of het nodig is om zelf iets te regelen voor die situatie. U kunt bijvoorbeeld een verzekering afsluiten. Ook is het mogelijk om een deel van uw opgebouwde ouderdomspensioen om te zetten naar een tijdelijke verzekering van partnerpensioen. Dat betekent dan wel dat uw ouderdomspensioen lager wordt. De keuze om ouderdomspensioen om te zetten in partnerpensioen kunt u maken als u uit dienst gaat.

Ook bij pensionering heeft u de mogelijkheid om (opnieuw) te kiezen voor het al dan niet verzekeren van een partnerpensioen. U kunt dan een deel van uw ouderdomspensioen ruilen voor partnerpensioen. U krijgt dan een lager ouderdomspensioen. Maar uw partner krijgt dan wel een  pensioen van het Pensioenfonds WKNL als u komt te overlijden nadat u met pensioen bent gegaan.

Let op: dit is een eenmalige keuze! Als u eenmaal gekozen heeft om wel of niet te ruilen kan het niet meer ongedaan worden gemaakt. Meer informatie over het ruilen van ouderdomspensioen voor partnerpensioen is te vinden in het pensioenreglement.  

Partnerpensioen terug ruilen naar ouderdomspensioen?

Wilt u het partnerpensioen voor uw partner, of een deel daarvan, weer terug ruilen voor ouderdomspensioen voor uzelf?  Dit is niet meer mogelijk. Een eenmaal door u en uw partner gemaakte keuze is onherroepelijk.

Eerder stoppen of langer doorwerken

In plaats van met pensioen te gaan op uw 68e jaar kunt u er voor kiezen om uw pensioen eerder in te laten gaan. Dat betekent wel dat uw ouderdomspensioen lager wordt. Eerder met pensioen gaan heeft dus financiële gevolgen. De pensioenopbouw stopt eerder en het ouderdomspensioen wordt verlaagd. U moet er ook rekening mee houden dat de AOW wellicht later ingaat dan uw vervroegde ouderdomspensioen. Kijk op www.svb.nl om te zien wanneer uw AOW ingaat.
Kijk hier voor meer informatie over de vervroeging van uw opgebouwde pensioen en een rekenmodule.

Het is uiteraard mogelijk om in overleg met uw werkgever langer door te werken dan uw 68e jaar. De pensioenopbouw stopt echter uiterlijk op de laatste dag van de maand voorafgaand aan uw 68e jaar. Ook de uitbetaling van uw ouderdomspensioen mag volgens het pensioenreglement niet worden uitgesteld tot na uw 68e jaar. Uiterlijk de eerste van de maand van uw 68e verjaardag moet gestart worden met de uitkeringen van ouderdomspensioen.

Beginnen met een hoger of met een lager pensioen

Indien u verwacht de eerste jaren na uw pensionering meer inkomen nodig te hebben, omdat u bijvoorbeeld wilt gaan reizen of u wilt uw huis opknappen, dan kan dat. Uw pensioenuitkeringen kunnen gedurende een periode van vijf of tien jaar aansluitend op de pensioeningangsdatum hoger zijn dan in de periode daarna. Andersom is eveneens mogelijk als u bijvoorbeeld na uw pensionering nog blijft werken. De uitkeringen kunnen in het begin lager zijn dan in de periode daarna. U kunt hier echter niet onbeperkt in variëren. De laagste uitkering mag niet minder zijn dan 75%  van de hoogste uitkering.
Vanaf het moment dat u kiest om te beginnen met een hoger of lager pensioen, wijkt het bedrag van uw ouderdomspensioen af met dat wat op uw Uniform Pensioenoverzicht (UPO) staat.

Let op: dit is een eenmalige keuze! Als u hier eenmaal voor gekozen heeft, kan het niet meer ongedaan worden gemaakt.

Deeltijdpensioen

U kunt ervoor kiezen om met deeltijdpensioen te gaan. Dit kan voor de pensioendatum, maar niet eerder dan op 58-jarige leeftijd en zo lang u nog een werkgever heeft. Voor het gedeelte dat u minder gaat werken, kunt u met deeltijdpensioen. U heeft een schriftelijke verklaring van de werkgever nodig met uw arbeidsduur. Het opgebouwde ouderdomspensioen wordt eerder uitbetaald en hierdoor lager; ook het partnerpensioen wordt lager als u met deeltijdpensioen gaat. Gaat u bijvoorbeeld 25% minder werken, dan kunt u nog maar over het deel dat u blijft werken (75%) pensioen opbouwen.

Let op: u ontvangt een gedeelte van uw pensioen eerder, maar als u met deeltijdpensioen gaat wordt uw totale pensioen lager en ook het partnerpensioen wordt hierdoor lager.

Extra inkomen voor uw partner na uw overlijden?

De nabestaandenuitkering uit de Algemene Nabestaandenwet (ANW) is een financiële ondersteuning van de overheid voor uw partner (of voor uw kinderen) wanneer u komt te overlijden. Om voor deze uitkering in aanmerking te komen moet uw partner (of kinderen) aan een aantal voorwaarden voldoen. Voor meer informatie zie “Partner- en wezenpensioen”.

In de praktijk kunnen maar weinig mensen een beroep doen op de ANW. Uw partner krijgt dan te maken met een flinke inkomstenterugval. Dit heet het ANW-hiaat. Dit inkomensgat is vrijwillig te verzekeren via Wolters Kluwer Nederland. Hiervoor is een collectieve ANW-hiaatverzekering bij ASR Verzekeringen afgesloten. Indien u zich daarvoor verzekert gaat de uitkering direct in na uw overlijden. Uw partner ontvangt de uitkering tot hij of zij de AOW datum bereikt. Afhankelijk van de persoonlijke omstandigheden kan worden gekozen voor een verzekerd bedrag van € 15.500 bruto per jaar. Aanmelding kan direct bij uw indiensttreding of zodra u een partner krijgt. Meer informatie over de collectieve ANW-hiaatverzekering kunt u vinden op de website of bij het pensioenbureau.

Hoe zeker is uw pensioen?

Welke risico’s zijn er?

De opbouw en uitbetaling van pensioen gaan over een heel lange periode. Vanaf de start van de opbouw tot de laatste pensioenuitbetaling kan wel eens 80 jaar zitten. In zo’n periode verandert de wereld waardoor er risico’s kunnen ontstaan die uw pensioen bedreigen. De risico’s leiden mogelijk tot een tekort.

Pensioenfonds WKNL probeert zo goed mogelijk voorbereid te zijn op de risico’s die uw pensioen kunnen bedreigen. In het verleden is dat niet altijd goed gegaan. Bijvoorbeeld door de snelle stijging van de levensverwachting. Die stijging is namelijk groter dan de stijging waarmee we rekening hebben gehouden. Als deelnemers gemiddeld ouder worden, moet hun pensioen langer worden uitbetaald. Pensioenfonds WKNL moet dan meer geld hebben dan waar eerst op werd gerekend.

De rente beïnvloedt de waarde van pensioenen. Pensioenuitvoerders maken van tevoren een inschatting van het geld dat ze nodig hebben om de pensioenen te kunnen uitbetalen. Hoe lager de rente is, hoe meer geld pensioenfondsen ‘in kas’ moeten hebben om later alle pensioenen te kunnen uitbetalen. Als de rente langdurig laag blijft, maakt dat de pensioenen dus duurder.

Ook de beleggingsresultaten kunnen tegenvallen. Daarom zorgt het Pensioenfonds WKNL ervoor dat de beleggingen gespreid worden over meerdere beleggingssoorten. Winst op een belegging kan verlies op een andere belegging goedmaken. Een pensioenuitvoerder kan beleggingsrisico’s ook afdekken. Daar zijn wel kosten aan verbonden.

Er zijn nog meer risico’s waar het Pensioenfonds WKNL rekening mee moet houden om uw pensioen zo goed mogelijk te beschermen. Het Pensioenfonds WKNL moet die risico’s dus letterlijk ‘managen’. Meer informatie over het risicomanagement van Pensioenfonds WKNL vindt u in hoofdstuk 6 van de Actuariële en Bedrijfstechnische nota (ABTN).

Vanaf 2015 moeten pensioenuitvoerders bij beleidsbeslissingen gebruikmaken van de zogenaamde beleidsdekkingsgraad. De beleidsdekkingsgraad van het pensioenfonds is onder meer van belang bij besluiten van het bestuur die gaan over de hoogte van de premie en het verlenen van indexatie. Ook is de beleidsdekkingsgraad een belangrijke graadmeter voor de vraag of het pensioenfonds genoodzaakt is de pensioenen te verlagen. Als de beleidsdekkingsgraad van het pensioenfonds lager is dan 100% dan mag het pensionfonds niet meewerken aan individuele waardeoverdrachten. De beleidsdekkingsgraad is een gemiddelde over twaalf maanden. Meer informatie over onze financiële situatie en de beleidsdekkingsgraad vindt u bij actuele dekkingsgraad.

Waardevast pensioen

Normaal gesproken wordt geld elk jaar iets minder waard. U kunt met hetzelfde bedrag in 2021 iets minder kopen dan in 2020. Dat heet “inflatie”. Vanwege de inflatie probeert Pensioenfonds WKNL het opgebouwde pensioen jaarlijks te indexeren. Dat wil zeggen dat het opgebouwde pensioen jaarlijks meegroeit met de algemene prijsstijging. Wij noemen dit een waardevast pensioen.
Het lukt niet altijd om de pensioenen mee te laten groeien met de stijging van de prijzen. Als het financieel tegenzit, kan het zo zijn dat Pensioenfonds WKNL niet of niet volledig kan indexeren. Dat betekent dat uw pensioen minder waard wordt. Als het daarna financieel meezit, kan het pensioen eventueel extra worden geïndexeerd om koopkracht te herstellen.

De afgelopen tien jaren heeft het Pensioenfonds WKNL de pensioenen als volgt geïndexeerd: *

Jaar    Indexatie    Stijging van de prijzen
2022     2,12%        2,7% 
2021     0%           1,11%
2020    0%           2,65%
2019    0,48%       1,88%
2018    0,04%       1,45%
2017    0%           0,07%
2016    0%           0,60%
2015    0%           0,88%
2014    0%           2,45%
2013    0%           2,30%
2012    0%           2,71%
2011    0%           1,58%       
2010    0,38%       0,38%
2009    0%           3,06%
2008    1,32%       1,32%
2007    1,1%          1,1%
*De cijfers over stijging van de prijzen zijn gebaseerd op cijfers van het CBS.

Als er een tekort is

Het kan gebeuren dat het Pensioenfonds WKNL ondanks alle voorzorgen toch geld tekort komt om op de lange termijn alle pensioenen te kunnen uitbetalen. Dan moet er iets gebeuren. De pensioenuitvoerder heeft de taak zo zorgvuldig mogelijk af te wegen wat de beste oplossing is: de premie verhogen, niet indexeren of de pensioenopbouw verlagen. Het bestuur kan ook kiezen voor een combinatie van maatregelen of nog andere keuzes maken. In het uiterste geval kan het Pensioenfonds WKNL besluiten uw opgebouwde pensioen of pensioenuitkering te verlagen.

Pensioenfonds WKNL heeft de pensioenen nog nooit hoeven verlagen. Ook de afgelopen vijf jaar zijn de pensioenen dus niet verlaagd.
Als we uitgaan van de hoogte van de feitelijke dekkingsgraad per einde van het vorig kwartaal, verwachten we dat we ook in de komende jaren uw pensioenrechten niet hoeven te verlagen. Echter, bij ongunstige economische ontwikkelingen kan een verlaging van uw pensioenrechten niet worden uitgesloten.

Meer informatie over hoe het Pensioenfonds WKNL er financieel voor staat, vindt u op de website en in het jaarverslag

Welke kosten maken wij

Ouderdomspensioen

Het Pensioenfonds WKNL maakt verschillende kosten om de pensioenregeling uit te voeren. Denk bijvoorbeeld aan kosten voor de pensioenuitvoering. Daar vallen onder andere de kosten voor de uitbetaling van de pensioenen en de incasso van de premies onder. Ook maken wij kosten voor de communicatie, bijvoorbeeld voor het maken en verzenden van dit Pensioen 1-2-3 en het Uniform Pensioenoverzicht (UPO).

Daarnaast zijn er kosten om het vermogen te beheren. Beleggen van het vermogen kost geld. Wij betalen bijvoorbeeld de partijen waaraan wij vragen om het vermogen te beleggen. Ook maken wij transactiekosten. Dit zijn bijvoorbeeld de kosten die de beurs in rekening brengt bij de aankoop of verkoop van aandelen of obligaties.

Op de website en in ons jaarverslag vindt u een specificatie van de kosten die wij maken.

Daarnaast zijn er kosten om het vermogen te beheren. Beleggen van het vermogen kost geld. Wij betalen bijvoorbeeld de partijen waaraan wij vragen om het vermogen te beleggen. Ook maken wij transactiekosten. Dit zijn bijvoorbeeld de kosten die de beurs in rekening brengt bij de aankoop of verkoop van aandelen of obligaties.

Op de website en in ons jaarverslag vindt u een specificatie van de kosten die wij maken.

Wanneer moet u in actie komen?

Als u verandert van pensioenuitvoerder

Als u van baan verandert en daardoor naar een andere pensioenregeling gaat. De hoogte van uw opgebouwd pensioen per jaar bepaalt wat er met uw  pensioen gebeurt.
 
Is uw opgebouwd pensioen hoger dan € 503,24 bruto per jaar dan beslist u zelf of u uw opgebouwde pensioen meeneemt. Dit kan bijvoorbeeld gunstig zijn als uw nieuwe werkgever een betere pensioenregeling heeft. Of misschien wilt u alle pensioenen bij één uitvoerder hebben. Laat uw nieuwe pensioenuitvoerder dan weten dat u uw pensioen wilt meenemen. Het meenemen van uw pensioen regelt u bij uw nieuwe pensioenuitvoerder. Wilt u uw pensioen niet meenemen? Dan blijft uw pensioen bij Pensioenfonds WKNL staan. Wilt u hulp bij het maken van uw keuze? Uw financieel adviseur helpt u graag.

Is uw opgebouwd pensioen minder dan € 503,24 bruto per jaar en hoger dan € 2.—bruto per jaar dan zorgt Pensioenfonds WKNL er automatisch voor dat uw pensioen meegaat naar uw nieuwe pensioenuitvoerder als u na 1 januari 2018 uit dienst bent gegaan. Pensioenfonds WKNL checkt daarom bij  www.mijnpensioenoverzicht.nl of u pensioen opbouwt bij een nieuwe pensioenuitvoerder. Heeft u geen nieuwe pensioenuitvoerder, dan blijft uw pensioen bij Pensioenfonds WKNL.

Stopt uw pensioenopbouw na 1 januari 2018 en is uw opgebouwd pensioen lager dan € 2,-- bruto per jaar, dan krijgt u dat pensioen niet. Dat is wettelijk zo bepaald.

Een aanvraagformulier voor waardeoverdracht van uw oude pensioenuitvoerder naar het Pensioenfonds WKNL kunt u hier downloaden.

Als u arbeidsongeschikt wordt

Als u voor meer dan 15% arbeidsongeschikt wordt, heeft u recht op (gedeeltelijke) voortzetting van uw pensioenopbouw zonder dat u voor dat deel zelf nog premie betaalt. Deze premievrije pensioenopbouw is onder andere afhankelijk van de mate van uw arbeidsongeschiktheid. Het is belangrijk dat u de gevolgen van uw arbeidsongeschiktheid voor uw pensioen in kaart brengt. Als u arbeidsongeschikt wordt of als het percentage van uw arbeidsongeshiktheid wijzigt dan worden wij hiervan graag op de hoogte gesteld. Dat gebeurt niet automatisch. Meer informatie over arbeidsongeschiktheid en pensioen vindt u in artikel 19 van het pensioenreglement en in de pensioenbrochure.

Als u gaat trouwen of een geregistreerd partnerschap aangaat

Trouwen of een geregistreerd partnerschap aangaan is voor uw pensioenregeling hetzelfde. U moet dan goed kijken of uw partner bij uw overlijden recht heeft op partnerpensioen. Voor meer informatie zie “Ouderdomspensioen ruilen voor partnerpensioen”.  Vindt u dat het partnerpensioen niet goed genoeg geregeld is, zorg dan dat u iets extra’s regelt.

Let op: als u ongehuwd en zonder geregistreerd partnerschap samenwoont, heeft uw partner niet automatisch recht op partnerpensioen bij uw overlijden. Om uw partner daarvoor in aanmerking te laten komen, moet u aan bepaalde voorwaarden voldoen, bijvoorbeeld een notarieel samenlevingscontract hebben. Als u een partner heeft en een samenlevingsovereenkomst, en u wilt voor deze partner een partnerpensioen verzekeren, moet u zelf uw partner aanmelden bij het Pensioenfonds WKNL. U kunt dit doen door een kopie van de samenlevingsovereenkomst op te sturen aan Pensioenfonds WKNL.
De precieze voorwaarden staan in het pensioenreglement.

Als u gaat scheiden of uw geregistreerd partnerschap beëindigt

Uw ex-partner heeft recht op de helft van het ouderdomspensioen dat u opbouwde tijdens het huwelijk of de periode van het geregistreerd partnerschap. U kunt met uw ex-partner afwijkende afspraken maken. Deze afspraken moeten worden vastgelegd in het scheidingsconvenant. Om ervoor te zorgen dat de ex-partner een deel van het ouderdomspensioen ontvangt, moet u of uw ex-partner binnen twee jaar de pensioenuitvoerder op de hoogte stellen van de scheiding en de eventuele afwijkende afspraken. Het hiervoor benodigde formulier kunt u hier downloaden. Meer informatie over de verdeling van pensioenrechten bij scheiding of beëindiging geregistreerd partnerschap vindt u in de pensioenbrochure.
 
Let op: het recht op een deel van het ouderdomspensioen geldt niet voor ongehuwd samenwonenden. Ongehuwd samenwonenden moeten zelf afspraken maken over de verdeling van het pensioen.

Als u verhuist naar het buitenland

Meld dit aan het Pensioenfonds WKNL en bespreek wat de gevolgen zijn voor uw pensioen. Informatie over de gevolgen voor de AOW vraagt u aan bij de Sociale Verzekeringsbank. Of kijk op www.svb.nl.

Let op: ook als u binnen het buitenland verhuist, moet u Pensioenfonds WKNL daarover informeren.

Als u werkloos wordt

Als u werkloos wordt, stopt de pensioenopbouw. Het is belangrijk dat u de gevolgen van uw werkloosheid voor uw ouderdomspensioen en voor het partnerpensioen in kaart brengt. U hoeft ons niet zelf te informeren over uw werkloosheid. Als u uit dienst gaat bij uw WKNL werkgever geeft de werkgever dit door aan Pensioenfonds WKNL.

Als u gebruik wilt maken van een keuzemogelijkheid

Als u gebruik wilt maken van een keuzemogelijkheid, kunt u contact opnemen met het pensioenbureau pensioenfonds@wolterskluwer.com of bellen 0570-648081.
Keuzemogelijkheden zijn bijvoorbeeld het vervroegen van de ingang van uw pensioen of het toepassen van een hoog/laag constructie op uw pensioenuitkering.

Als u vragen heeft

Voor alle vragen over uw pensioenregeling kunt u mailen pensioenfonds@wolterskluwer.com of bellen met het pensioenbureau (0570-648081 / 648083).

Benieuwd of u straks genoeg pensioen heeft?

U bent en blijft zelf verantwoordelijk voor uw pensioen. De Pensioenschijf-van-vijf helpt om uw inkomsten en uitgaven na uw pensioen op een rij te zetten. Zo krijgt u in drie stappen een indicatie of uw inkomsten straks voldoende zijn om uw uitgaven te betalen. U weet dan of het slim is om actie te ondernemen voor uw pensioen.

De Pensioenschijf-van-vijf vindt u op www.nibud.nl.

Hoewel SPWKN haar website met de grootst mogelijke zorgvuldigheid heeft samengesteld, aanvaardt het fonds geen aansprakelijkheid voor onjuistheid en/of onvolledigheid van de informatie op de website en het gebruik en interpretatie daarvan.

Contact

Postbus 23
7400 GA  Deventer
Nederland

Tel. 0570-648081
pensioenfonds@wolterskluwer.com
www.pensioen-wk.nl