Ook uw leven is eindig. Soms gebeurt dit al voor uw pensionering, meestal gelukkig erna. Naast de emotie die uw overlijden voor uw nabestaanden meebrengt, heeft het ook enorme financiële gevolgen.
Als u voor uw pensionering overlijdt, betekent dit dat uw inkomen wegvalt. Overlijdt u na uw pensionering, dan stopt uw ouderdomspensioen.
Veel mensen denken dat de uitkeringen uit het opgebouwde ouderdomspensioen bij hun overlijden naar hun partner gaan. Uw partner ontvangt echter alleen een deel van uw pensioen als u een partnerpensioen verzekerd heeft.
Als u voor een meeverzekerd partnerpensioen heeft gekozen, levert u hiervoor een deel van uw opgebouwde ouderdomspensioen in. Ook in dit geval dient u zich te realiseren dat het uit te keren partnerpensioen standaard minder is dan uw verlaagde ouderdomspensioen.
Bij uw overlijden kunnen uw nabestaanden een beroep doen op de volgende voorzieningen:
Het wettelijke financiële vangnet bij uw overlijden voor uw partner (totdat deze de AOW-leeftijd bereikt) en uw kinderen is geregeld in de Algemene Nabestaandenwet (ANW). Realiseert u zich wel dat de ANW-uitkering maximaal 70% van het netto-minimumloon bedraagt (de maximale ANW-uitkering per 1 januari 2022 bedraagt € 16.416,00). Ook zijn er nogal wat voorwaarden om voor deze uitkering in aanmerking te komen.
Uw partner heeft recht op een ANW-uitkering als u in Nederland woonde of werkte en als hij of zij
De hoogte van de ANW-uitkering hangt, zoals hierboven uitgelegd, af van het inkomen van uw partner. Bij een bruto-inkomen boven € 2.757,92 per maand of uitkering boven € 1.263,61 per maand, ontvangt uw partner helemaal geen ANW. Het te ontvangen partner- of wezenpensioen telt niet mee voor de inkomensnorm.
Verzorgt uw partner kinderen onder de achttien jaar? Dan ontvangt hij of zij extra ANW. Dit wordt halfwezenuitkering genoemd. De overheid let hier bij niet op het inkomen van uw partner. De extra ANW is 20% van het nettominimumloon
De ANW maakt geen onderscheid tussen gehuwden, geregistreerde partners of samenwonenden. De hoogte van de ANW-uitkering is afhankelijk van het inkomen van de nabestaande. Uitkeringen worden er geheel van afgetrokken. Van inkomen uit arbeid blijft een deel buiten beschouwing (50% van het minimumloon plus een derde van het meerdere).
Door deze voorwaarden zijn er maar weinig mensen die een beroep op de ANW kunnen doen. Als dit ook voor uw nabestaanden geldt, krijgen zij te maken met een flinke terugval in het inkomen. Dit heet het ANW-hiaat. Dit inkomensgat is vrijwillig te verzekeren. (Zie hieronder onder ANW-hiaatverzekering).
Uw kinderen hebben recht op een wezenuitkering indien:
De hoogte van de uitkering is afhankelijk van de leeftijd van het betrokken kind. De brutomaandbedragen (inclusief vakantiegeld en tegemoetkoming ANW) variëren van circa € 450 voor wezen jonger dan 10 jaar tot circa € 882 voor wezen tussen de 16 en 21 jaar
Als u tegelijkertijd met uw partner komt te overlijden of uw partner was al eerder overleden, dan komt uw kind of komen uw kinderen op grond van de Algemene Nabestaandenwet in aanmerking voor een wezenuitkering van de overheid. Ook hier zijn voorwaarden aan verbonden.
Meer informatie over de ANW vindt u op www.svb.nl
WKNL heeft voor haar medewerkers een collectief contract gesloten bij ASR Verzekeringen voor het ANW-hiaat. U kunt zich hiervoor vrijwillig verzekeren. De uitkering van de ANW-hiaatverzekering gaat direct in bij uw overlijden en loopt tot de AOW-leeftijd van uw partner. Het jaarbedrag bedraagt € 16.500.
De premie is aftrekbaar voor de loonheffing. Dit premiebedrag houdt uw werkgever maandelijks in gelijke delen in op uw bruto salaris. (Zie onderwerp 'Facultatieve ANW-hiaatverzekering'.)
Voor meer informatie over de ANW-hiaatverzekering kunt u terecht bij het pensioenfonds.
Wanneer u overlijdt, ontvangt uw partner mogelijk een partnerpensioen van uw
pensioenfonds. Dit ontvangt uw partner dan levenslang. Het recht op een partnerpensioen en de hoogte ervan hangt onder meer af van het moment van uw overlijden en de door u en uw partner gemaakte keuzes.
Als u met uw partner een samenlevingsovereenkomst heeft, is het belangrijk dat u uw partner heeft aangemeld bij het pensioenfonds. Zolang dat niet is gebeurd, is uw partner ook niet verzekerd (zie ook Artikel 1 lid 9 van het pensioenreglement).
Wie geldt als partner?
Voor Stichting Pensioenfonds Wolters Kluwer Nederland is uw partner degene met wie u (op het moment van overlijden):
■ Getrouwd bent,
■ Een geregistreerd partnerschap heeft of
■ Een samenlevingsovereenkomst heeft en u deze partner bij het pensioenfonds heeft aangemeld
Hoeveel het partnerpensioen bedraagt, is ondermeer afhankelijk van het moment van overlijden. Er zijn de volgende drie scenario’s te onderscheiden:
Met de pensioenregeling van Stichting Pensioenfonds Wolters Kluwer Nederland bouwt u geen partnerpensioen op. Schrik nu niet, want gedurende uw dienstverband is het partnerpensioen wel op risicobasis meeverzekerd. Dit wil zeggen dat er voor uw partner automatisch een partnerpensioen is meeverzekerd voor het geval u tijdens uw dienstverband komt te overlijden.
Dit partnerpensioen gaat in op de eerste dag van de maand volgend op uw overlijden en wordt gebaseerd op het ouderdomspensioen zoals u dat had kunnen bereiken indien u tot uw pensioendatum was blijven deelnemen aan de pensioenregeling. Op het uniform pensioenoverzicht (UPO) staat dit bij ‘te bereiken pensioen’. Dit is het pensioenbedrag dat u zou hebben opgebouwd als u tot uw 68e had deelgenomen aan de pensioenregeling.
In het verlengde van de verlaging van het opbouwpercentage in 2022 van 1,875% naar 1,58%, zal het partner- en wezenpensioen voor actieve deelnemers ook lager uitvallen. Sociale partners vonden dit ongewenst en hebben daarom afgesproken dit zoveel mogelijk te repareren. Daarom wordt bij overlijden van actieve deelnemers tijdens het dienstverband, voor de toekomstige pensioenopbouw (vanaf het moment van overlijden tot 68 jaar) voor de vaststelling van het uit te keren partner- en wezenpensioen gerekend met een opbouwpercentage van 1,875% in plaats van met 1,58%. Een verlaging van het partner- en wezenpensioen bij vooroverlijden wordt hierdoor zoveel mogelijk beperkt.
Aan het einde van de maand waarin uw dienstverband eindigt, stopt ook uw deelname aan de pensioenregeling. Uiteraard blijven wel al uw opgebouwde pensioenrechten behouden. Indien u op dat moment een (bij het pensioenfonds bekende) partner heeft, gaat het pensioenfonds er automatisch van uit dat u voor uw partner een partnerpensioen wilt blijven verzekeren.
Voor de uitkeringen van het partnerpensioen wordt een deel (15,60%) van het ‘te bereiken pensioen’ ingeruild voor het partnerpensioen. Verder beïnvloedt ook het leeftijdsverschil tussen u en uw partner de kosten van inkoop van een partnerpensioen. Bij een jongere partner zijn de kosten van inkoop van een partnerpensioen wat hoger dan bij een oudere partner. Heeft u een jongere partner, dan is er een korting van 1% per vol jaar leeftijdsverschil. Bij een oudere partner, is er een toeslag van 1% per vol jaar leeftijdsverschil. Dit heeft te maken met de langere, respectievelijk kortere levensverwachting van uw partner. De hoogte van het partnerpensioen bedraagt uiteindelijk 70% van het verlaagde ‘te bereiken pensioen’.
Het opgebouwde ouderdomspensioen wordt dan voor een deel gekort voor een tijdelijke verzekering van het partnerpensioen. Het gaat om een tijdelijke verzekering omdat het partnerpensioen alleen wordt uitgekeerd indien u voor uw 68e jaar komt te overlijden. De uitkering gaat in op de eerste dag van de maand volgend op uw overlijden. Een eenmaal ingegane uitkering is wel levenslang.
Het deel van het opgebouwde ouderdomspensioen dat gebruikt wordt voor een tijdelijke verzekering van partnerpensioen bedraagt 0,32% van de opgebouwde aanspraak voor ieder (deel van een) jaar gerekend vanaf de datum van beëindiging van het deelnemerschap tot de pensioendatum (duurt het bijvoorbeeld nog vijftien jaar voor u 68 wordt, dan wordt uw ouderdomspensioen met 4,8% verlaagd; zie het volgende rekenvoorbeeld.)
Dit gekorte ouderdomspensioen wordt vervolgens verlaagd voor het partnerpensioen. De kosten van inkoop van partnerpensioen zijn onder meer afhankelijk van het leeftijdsverschil tussen u en uw partner. Zijn u en uw partner even oud dan zijn de totale kosten van inkoop van een partnerpensioen 15,60%.
Bij een jongere partner zijn de kosten van inkoop van een partnerpensioen wat hoger dan bij een oudere partner. Heeft u een jongere partner, dan is er een korting van 1% per vol jaar leeftijdsverschil.
Bij een oudere partner, is er een toeslag van 1% per vol jaar leeftijdsverschil. Dit heeft te maken met de langere, respectievelijk kortere levensverwachting van uw partner. De hoogte van het partnerpensioen bedraagt 70% van het verlaagde en gekorte ouderdomspensioen.
Voorbeeld partnerpensioen na beëindiging van het dienstverband:
Stel u bent geboren op 1 juli 1969 en woont samen met een partner die vier jaar ouder is. Op 1 juli 2022 besluit u uw dienstverband te beëindigen om een wereldreis te gaan maken. Op dat moment heeft u € 20.000 aan ouderdomspensioen opgebouwd.
Samen met uw partner kiest u ervoor een partnerpensioen te verzekeren voor het geval u voor uw 68e jaar komt te overlijden. De berekening hiervan is als volgt:
■ Het duurt nog vijftien jaar voordat u 68 jaar wordt (1 juli 2037), zodat het opgebouwde ouderdomspensioen wordt verlaagd met 4,8% (15 jaar maal 0,32%) naar € 19.040.
■ Het partnerpensioen wordt nu berekend over het gekorte bedrag: 15,60% wordt omgeruild voor een partnerpensioen. Dit is dan € 16.069,76. (0,844 × € 19.040). Hierna wordt nog rekening gehouden met het
leeftijdsverschil tussen u en uw vier jaar oudere partner. Er is dus sprake van een toeslag van 4%. Dit wordt dan (€ 16.069,76 × 1,04 =) € 16.712,55.
■ Het tijdelijk meeverzekerde partnerpensioen bedraagt hier 70% van. Dit wordt dan bruto per jaar (€ 16.712,55 × 0,7 = ) € 11.698,79.
Indien u en uw partner geen gebruik willen maken van het automatisch omzetten van een deel van het ouderdomspensioen in een partnerpensioen, moet u dit (schriftelijk en door beide partners ondertekend) aangeven. U bent dan na het einde van uw dienstverband niet langer verzekerd voor een partnerpensioen. Uw partner heeft dus geen recht op een partnerpensioen als u voor uw 68e komt te overlijden.
Deze keuze is onherroepelijk
Wanneer u met pensioen gaat, heeft u opnieuw de mogelijkheid te kiezen voor een partnerpensioen voor uw partner.
Een partnerpensioen dat op risicobasis is meeverzekerd, houdt in dat u er bij pensionering voor kunt kiezen een gedeelte van uw opgebouwde recht op ouderdomspensioen om te ruilen voor een meeverzekerd partnerpensioen.
Het Pensioenfonds Wolters Kluwer Nederland gaat er automatisch van uit dat, als u een bij het pensioenfonds bekende partner heeft, u bij uw pensionering voor uw partner een partnerpensioen wilt verzekeren. Voor de uitkeringen van het partnerpensioen wordt een deel (15,60%) van het 'te bereiken pensioen' ingeruild voor het partnerpensioen. Verder beïnvloedt ook het leeftijdsverschil tussen u en uw partner de kosten van inkoop van een partnerpensioen. Zijn u en uw partner even oud, dan zijn de totale kosten van inkoop van een partnerpensioen 15,60%.
Bij een jongere partner zijn de kosten van inkoop van een partnerpensioen wat hoger dan bij een oudere partner. Heeft u een jongere partner, dan is er een korting van 1% per vol jaar leeftijdsverschil. Bij een oudere partner, is er een toeslag van 1% per vol jaar leeftijdsverschil. De hoogte van het partnerpensioen bedraagt 70% van het verlaagde ouderdomspensioen. Op uw verzoek en met instemming van uw partner kan dit percentage van 70% ook een ander percentage zijn. (Zie onderwerp ’Met pensioen’, onder de kop ‘Verhouding ouderdoms- en partnerpensioen’.)
Indien u en uw partner geen gebruik willen maken van het automatisch omzetten van een deel van het ouderdomspensioen, moet u dit uiterlijk drie maanden voor uw pensioendatum (schriftelijk en door beide partners ondertekend met een kopie van de identiteitsbewijzen) aangeven. U bent dan na uw pensionering niet langer verzekerd voor een partnerpensioen. Uw partner heeft dus geen recht op partnerpensioen na uw overlijden. Deze keuze is onherroepelijk.
Voorbeeld partnerpensioen bij overlijden na pensionering:
Stel u bent op 1 februari 68 jaar geworden en met pensioen gegaan. U bent getrouwd en uw partner is drie jaar ouder. Op uw pensioendatum heeft u € 23.000 ouderdomspensioen opgebouwd en moet u de volgende keuze maken:
■ Of de opgebouwde € 23.000 in twaalf gelijke maandelijkse betalingen uitgekeerd krijgen en na uw overlijden geen uitkering van een partnerpensioen voor uw partner,
■ Of 15,60% van de opgebouwde € 23.000 inruilen (plus een korting of toeslag in verband met een leeftijdsverschil met uw partner) voor een
partnerpensioen zodat uw partner ook na uw overlijden een uitkering krijgt.
U en uw partner hebben er samen voor gekozen een partnerpensioen te verzekeren. De berekening hiervan is als volgt:
■ Het opgebouwde ouderdomspensioen van € 23.000 wordt met 15,60% verlaagd voor een partnerpensioen. Dit is dan € 23.000 × 0,844 =
€ 19.412,00.
■ Omdat uw partner drie jaar ouder is, krijgt u een toeslag van 3%. Dit wordt dan (€ 19.412,00 × 1,03 =) € 19.994,36 (uw levenslange verlaagde ouderdomspensioen is dus ook € 19.994,36 bruto per jaar.)
■ Na uw overlijden krijgt uw partner een levenslang partnerpensioen uitgekeerd van (70% van € 19.994,36 =) € 13.996,05 bruto per jaar.
Meer informatie is te vinden in Artikel 10 van het pensioenreglement
Als u bij de ingang van uw ouderdomspensioen ervoor gekozen hebt een partnerpensioen te verzekeren ontvangt uw partner bij uw overlijden na uw pensionering een overlijdensuitkering. Deze uitkering bedraagt twee maanden bruto ouderdomspensioen zoals dat het laatst aan u werd uitgekeerd. Over de overlijdensuitkering hoeven geen belasting en sociale premies ingehouden te worden.
Wanneer u overlijdt (of dit nu tijdens uw dienstverband, na pensionering of na beëindiging van het dienstverband is mits u nog pensioenaanspraken bij het pensioenfonds van WKNL heeft staan), krijgen uw kinderen tot hun achttiende jaar een wezenpensioen van het pensioenfonds. Studeert uw kind na zijn of haar achttiende jaar nog? Dan ontvangt uw kind wezenpensioen zolang hij of zij studeert, maar maximaal tot zijn of haar 27e jaar. Zowel uw eigen kinderen, als uw pleeg- en stiefkinderen hebben recht op wezenpensioen.
U hoeft, in tegenstelling tot bij het partnerpensioen, niet voor het wezenpensioen te kiezen als u met pensioen gaat of uit dienst gaat. Uw kinderen zijn altijd verzekerd.
Wanneer u overlijdt terwijl u in dienst bent, is het wezenpensioen per kind 14% van het bereikbare ouderdomspensioen. Als beide ouders zijn overleden wordt het wezenpensioen verdubbeld.
Voorbeeld wezenpensioen bij overlijden tijdens dienstverband:
Stel u heeft bij uw overlijden twee kinderen van 6 en 4 jaar. Uw (gecorrigeerde) bereikbare ouderdomspensioen is € 24.000. Uw kinderen krijgen ieder een wezenpensioen van € 3.360 bruto per jaar (14% van € 24.000).
Voorbeeld wezenpensioen bij overlijden na pensionering of bij overlijden na beëindiging van het dienstverband:
Stel u heeft bij uw overlijden twee kinderen van 10 en 12 jaar. Uw opgebouwde ouderdomspensioen is € 15.000. Uw kinderen krijgen ieder een wezenpensioen van (14% van € 15.000 =) € 2.100 bruto per jaar.
Bij uw overlijden na beëindiging van het dienstverband of na pensionering krijgen uw kinderen een wezenpensioen uitgekeerd van 14% van het daadwerkelijk opgebouwde ouderdomspensioen.
Als u voor of na uw pensionering komt te overlijden krijgt het pensioenfonds daar via uw woongemeente automatisch bericht van. Wij zullen dan zo snel mogelijk uw nabestaanden informeren over de gevolgen van dat overlijden voor het pensioen.
Als u in het buitenland woont, ontvangt het pensioenfonds dat bericht niet altijd automatisch. Dan ontvangen wij graag een bericht van uw nabestaanden, dit kan gestuurd worden naar pensioenfonds@wolterskluwer.com of Postbus 23 te 7400 GA Deventer.
Hoewel SPWKN haar website met de grootst mogelijke zorgvuldigheid heeft samengesteld, aanvaardt het fonds geen aansprakelijkheid voor onjuistheid en/of onvolledigheid van de informatie op de website en het gebruik en interpretatie daarvan.
Postbus 23
7400 GA Deventer
Nederland
Tel. 0570-648081
pensioenfonds@wolterskluwer.com
www.pensioen-wk.nl