Picture10

Nieuws over de toekomst van het pensioenfonds

Per 1 januari 2025 houdt Stichting Pensioenfonds Wolters Kluwer Nederland (hierna Pensioenfonds Wolters Kluwer) op te bestaan. De huidige pensioenregeling en jouw opgebouwde pensioen worden overdragen aan een nieuwe pensioenuitvoerder. Voor jouzelf verandert er weinig. De pensioenregeling blijft hetzelfde, de premie blijft gelijk, alleen een ander pensioenfonds zal voortaan de administratie, communicatie en het vermogensbeheer verzorgen. Op deze pagina vind je informatie over het opheffen van het fonds (liquidatie) en het overdragen van de pensioenregeling (collectieve waardeoverdracht).

Nieuwsbrieven

Ieder kwartaal verschijnt er een nieuwsbrief, waarmee we je zullen informeren over de stand van zaken. Wil je deze nieuwsbrief standaard in jouw mailbox ontvangen? Meld je dan aan voor het pensioenportaal. De nieuwsbrief is beschikbaar in Nederlands en Engels en wordt ook hier geplaatst zodra deze is uitgebracht.

Nieuwsbrief Pensioenfonds SPWKN Q1_NL

Nieuwsbrief Pensioenfonds SPWKN Q1_ENG 

Veel gestelde vragen

Heb je vragen dan kun je altijd contact met ons opnemen. Antwoorden op de meest gestelde vragen vind je hier:

  1. Waarom houdt het pensioenfonds op te bestaan?

    Pensioenfonds Wolters Kluwer is een relatief klein fonds. Al vele jaren beoordeelt het bestuur iedere keer opnieuw of het voortbestaan als zelfstandig fonds in het belang is van de deelnemers. De overgang op het nieuwe pensioenstelsel heeft grote gevolgen voor de manier waarop wij het pensioen uitvoeren. Dit vraagt grote investeringen en andere kennis, kunde en vaardigheden van medewerkers. Er zijn andere pensioenfondsen die dit beter en efficiënter kunnen dan wij. Het bestuur heeft daarom besloten het pensioenfonds op te heffen. De overgang naar het nieuwe pensioenstelsel vindt dan bij de nieuwe pensioenuitvoerder plaats.

  2. Wie wordt de nieuwe pensioenuitvoerder?

    De nieuwe pensioenuitvoerder wordt een Algemeen Pensioenfonds (APF). Een APF is een stichting zonder winstoogmerk die voor meerdere werkgevers de pensioenregeling uitvoert. In het eerste kwartaal van 2024 wordt de keuze voor een APF gemaakt op basis van een uitgebreide offerte-uitvraag. Zodra de definitieve keuze gemaakt is, informeren we je hierover via deze pagina in de nieuwsbrief.  

  3. Moet ik zelf iets doen?

    Nee. De overdracht van jouw pensioen regelen wij. Hier merk je niets van. Zodra de overdracht is afgerond ontvang je hiervan een bevestiging. Vanaf dat moment kun je voor vragen contact opnemen met de nieuwe pensioenuitvoerder.

  4. Heeft de overdracht invloed op de hoogte van mijn pensioen?

    Nee, je pensioen blijft ongewijzigd. Ontvang je pensioen? Dan ontvang je vanaf 1 januari 2025 iedere maand je pensioenuitkering zoals je nu ook gewend bent. Het bedrag komt alleen van de nieuwe pensioenuitvoerder. Bouw je nog pensioen op? Dan gebeurt dit vanaf 1 januari 2025 bij de nieuwe uitvoerder. De werkgever (Wolters Kluwer) betaalt jouw premie vanaf dat moment aan de nieuwe uitvoerder die hiervoor aan jou pensioenopbouw toekent. Ben je ex-werknemer en heb je nog opgebouwde pensioenaanspraken bij Pensioenfonds Wolters Kluwer? Dan gaat jouw opgebouwde aanspraak één op één over naar de nieuwe uitvoerder.

  5. Wat betekent het nieuwe pensioenstelsel voor mij?
    Sociale partners binnen Wolters Kluwer hebben gekozen voor de Flexibele Premieregeling (FPR). Het is de bedoeling dat deze nieuwe pensioenregeling op 1 januari 2026 ingaat. Deze nieuwe regeling wordt uitgevoerd door de nieuwe pensioenuitvoerder. Zij informeren je in de loop van 2025 over jouw persoonlijke situatie. Mocht je in de tussentijd algemene informatie zoeken over het nieuwe pensioenstelsel, dan verwijzen wij je naar onze pagina over het nieuwe pensioenstelsel.
     
  6. Wat gaat er precies gebeuren met het vermogen van het pensioenfonds bij opheffing? Hoe ziet het ‘belanghebbenden orgaan’ toe op het verdelen van het vermogen over alle deelnemers? Welke verdeelsleutels worden daarbij gehanteerd en waarom?
    De huidige regeling en het vermogen gaan per 1 januari 2025 1 op 1 over naar de nieuwe pensioenuitvoerder (het APF). Daarbij verandert er dus niets. Van het verdelen van vermogen over individuele deelnemers is geen sprake. Dat vindt pas later plaats, namelijk op het moment dat wordt overgegaan op de nieuwe pensioenregeling (de FPR). Dit is op zijn vroegst per 1 januari 2026. Hoe dit precies gaat plaatsvinden is nu nog niet duidelijk. Hierover zijn sociale partners (Wolters Kluwer en de Centrale Ondernemingsraad) in gesprek en vervolgens moet het bestuur van de nieuwe uitvoerder hierover besluiten. Het belanghebbendenorgaan moet instemmen met de verdeling van het vermogen.

  7. Wat is straks nog de formeel juridische band van de pensioenuitvoerder met de onderneming Wolters Kluwer? Kan de nieuwe uitvoerder straks nog enig beroep doen op de onderneming Wolters Kluwer in financieel ondersteunende zin? Zo niet, wat moet ik dan verstaan onder ‘het behoud van eigen identiteit” van de Wolters Kluwer deelnemers? 
    De formeel juridische band is dezelfde als nu, namelijk de uitvoeringsovereenkomst. Het pensioenfonds is een zelfstandige stichting. Dit geldt zowel voor SPWKN als het APF. De uitvoeringsovereenkomst met SPWKN wordt beëindigd en een nieuwe uitvoeringsovereenkomst met dezelfde afspraken wordt gesloten met het APF. Een beroep doen op Wolters Kluwer in financiële zin kan nu ook alleen in overleg en in zeer uitzonderlijke situaties. Dit is niet te verwachten. Na de overgang op de nieuwe pensioenregeling (een premieovereenkomst) kan sowieso geen beroep meer worden gedaan op de werkgever. De eigen identiteit zit in het feit dat bij een APF een eigen kring wordt ingericht (dus alleen voor (ex)-medewerkers van Wolters Kluwer). De communicatie kan plaatsvinden met het Wolters Kluwer logo en de financiële opzet kan afgestemd blijven worden op de eigen populatie.

  8. Er wordt melding gemaakt van de mogelijkheid om voor de groep gepensioneerden te kiezen voor een collectieve uitkeringsfase met één beleggingsprofiel ‘en een reserve om verlaging van de uitkering zoveel mogelijk te voorkomen.’ Kan een dergelijke reserve ook worden gebruikt voor indexering van de uitkering? Hoe is voor die groep in de nieuwe situatie - bij het vervallen van de huidige indexeringsregeling - de indexering geregeld?
    Bij een collectieve uitkeringsfase wordt het pensioenvermogen van pensioengerechtigden nog steeds belegd (doorbeleggen). Doel van doorbeleggen is het behalen van een hoger rendement. Dit hogere rendement wordt gebruikt om de uitkeringen te verhogen (indexeren). De reserve is hier niet voor bedoeld. Alleen wanneer de reserve (in zeer gunstige omstandigheden) te groot wordt, wordt deze ook gebruikt om ingegane pensioenen te verhogen.

  9. Is het straks uitsluitend aan de nieuwe uitvoerder om met de huidige deelnemers te communiceren over de hoogte van en de regelingen met betrekking tot de uitkering na 1 januari 2026? Wat is/blijft de rol van het belanghebbenden orgaan gedurende het overgangsjaar 2025 en de jaren daarna? 
    Communicatie over de nieuwe regeling vindt inderdaad plaats vanuit de nieuwe uitvoerder. Het belanghebbendenorgaan kijkt mee met het beleid dat het bestuur voert. Dit geldt zowel voor keuze rondom het verdelen van het vermogen, maar ook over de communicatie en de financiële opzet (het beleggingsbeleid) van de regeling. Het belanghebbendenorgaan is een wettelijk verplicht vast orgaan dat zowel in 2025 als in de jaren erna betrokken blijft.